THEATER | ||||||||||||||||||||||||
De Ingebeelde
Ziekte
Met zijn ongenadig observatievermogen en zijn ongeremde satire voert Molère in zijn laatste komedie een burgerman ten tonele die aan zijn middelmatigheid tracht te ontsnappen en zijn verantwoordelijkheden ontvlucht in het komfort van de ziekte. Argan is zo begaan met zijn eigen gezondheid dat hij, blind geworden voor de werkelijkheid, totaal vereenzaamd achterblijft. De leden van zijn gezin beliegen hem; de dokters buiten hem uit; zijn broer bespot hem; zijn meid tergt hem, maar hij blijft gelukkig in de overtuiging ziek te zijn. De lach is bij Molière niet de onbekommerde lach van de klucht, maar de grijnslach van een auteur die het leven in al zijn dwaze ongerijmdheden heeft leren kennen. |