Frans Bauer redt muzikaal
avontuur van Kabouter Plop
Al acht jaar lang beleeft Kabouter Plop vele
avonturen in zijn kabouterbos. Gisteren was de galapremière van de nieuwe film
Plop & Het Vioolavontuur in de Amsterdamse bioscoop Tuschinski. De grote zaal
zat vol met verklede kinderen, maar bekend Nederland liet het massaal afweten.
De Belgische kabouter lijkt het niet te deren. Volgend jaar komt er weer een
nieuwe film.
Eenmalig in film
Volkszanger Frans Bauer speelt een belangrijke rol in de nieuwe film van
Kabouter Plop. Als kabouter Amadeus is hij de reddende engel. Al heeft Amadeus
dat nauwelijks zelf door. De Brabantse zanger is trots op zijn prestatie. „Dit
was een mijlpaal in mijn carrière. Maar nog meer films liggen wat Frans Bauer
betreft niet in het verschiet. „Dit was een uitdaging. Maar ik ben geen acteur.
Ik kan niet acteren. Ik heb dan ook geen enkele intentie om hiermee door te
gaan. M’n filmavontuur is eenmalig. Op zanggebied is nog zoveel te doen.”
En wat zijn muzikale loopbaan betreft, staat ons begin volgend jaar nog wat te
wachten. „Nu kan ik nog niks zeggen”, fluistert Frans me toe. „Maar het wordt
leuk shownieuws.”
Meedoen heeft Frans vooral gedaan voor zijn kinderen. Voor de rol van Amadeus
moet hij zich in een enorm kabouterpak hijsen. „Pff. Dat is warm”, zegt hij me
als ik hem in de coulissen van Tuschinski tegenkom. „Je loopt helemaal leeg in
dit pak. Het zit vol schuim. Voel maar. Elk uur moet ik twee liter water drinken
om niet uit te drogen.” Frans gluurt even de zaal in, want hij moet zo op. De
film is bijna afgelopen. Een jongetje komt angstig de zaal uitlopen. Bang voor
de gans die een belangrijke rol in de film speelt. De Nederlandse volkszanger
troost hem met een kus op zijn voorhoofd. Ondertussen verleidt kabouter Lui
(Chris Cauwenberghs) Frans Bauer voor een dansje op de gang. Over Tuschinski is
de Brabantse zanger enorm te spreken. „Wat een onwaarschijnlijk mooie
bioscoopzaal is dit. Als je in Amsterdam woont, ga je toch nergens anders meer
naar de film.”
Fantastisch dat er zoveel kinderen verkleed zijn vandaag”, zegt kabouter Plop (Walter
De Donder) opgewonden. „Dat is in België, waar we vorige week de première
beleefden, wel anders. Daar zijn de kinderen wat ingetogener.”
Speen
Van een meisje krijgt kabouter Kwebbel (Agnes de Nul) een speen in haar handen
geduwd. „Die krijgen we nou altijd”, giebelt ze. „Ik heb er inmiddels
tientallen. Waarom onze fans die aan ons geven? Geen idee.” Kabouter Lui schrikt
wakker en zucht: „Je zou er bijna kinderen van gaan kopen, zoveel spenen hebben
we inmiddels.”
„Spannend en heel speciaal waren de scènes met de gans”, vertelt Bert Cosemans
die in de film de vader van Anna is. „Of eigenlijk waren het drie ganzen. Na een
scène waarin de kabouters worden achtervolgd door een van die ganzen, liep dat
beest gewoon weg. Ver weg het kabouterbos in. Een halve dag hebben we lopen
zoeken. De gans was niet te vinden.
Ze zijn gewoon moeilijk te trainen. Zo hadden we een scène waarin de
ganzentrainer, die helemaal uit Engeland overkwam, onder het bed lag. Alleen
maar om ervoor te zorgen dat de gans bleef zitten. Achteraf hebben we daar nog
om moeten lachen en tegen elkaar gezegd dat we eigenlijk een gat in het matras
moesten hebben om die gans goed op de plek te houden. Je moet de poten goed
vasthouden, dan houden ze zich koest. Mijn broer heeft er een aantal. Maar ik
durf bij hem de wei niet in omdat ze meteen aanvallen. Het zijn toch agressieve
dieren. Ellen van Gelder, die de rol van Anna speelt, is tijdens de opnamen één
keer gebeten.”
Wat er uiteindelijk met die gans gebeurd is? Kabouter Lui weet het wel: „Die is
lekker op een toastje beland…..”
Op de valreep vraag ik Frans toch nog even hoe het staat met zijn trouwplannen.
Mariska en hij zijn al jaren een stel, maar haalden nooit het boterbriefje. „Ik
ben het zeker van plan”, zegt hij me in vertrouwen. „En ik wil er niet al te
lang mee wachten. Reken er maar op dat ik binnenkort op mijn knieën ga voor
Mariska. Maar dat zal op een onverwacht moment gebeuren en zeker niet in het
openbaar. Er zijn in mijn leven veel dingen die publiek zijn”, zegt hij lachend,
„maar dit vind ik toch erg PRIVÉ.”
Bron: De Telegraaf - 19 december 2005
Tekst:
Richard van de Crommert
|